Schriftelijke vragen PVV Z-H "Duidelijkheid inzake de grote verbouwing van Nederland"
Toelichting
In een uitgebreid en confronterend artikel van De Andere Krant (*) valt te lezen dat Nederland in een gigantische verbouwing zit die grote gevolgen gaat hebben voor de inrichting van ons land en de levens van onze inwoners.
Minister Hugo de Jonge zei daar in mei 2022 het volgende over in een brief aan de Tweede Kamer:
“De opgaven waarvoor we staan, zijn zo groot dat we naar analogie van de wederopbouw zonder overdrijving kunnen spreken van de wederombouw van Nederland.”
Deze wederombouw valt momenteel onder de Nationale Omgevingsvisie (Novi) uit 2020 en die bevat 22 nationale programma’s die allemaal land nodig hebben om gerealiseerd te worden.
Het Nationaal Programma Landelijk Gebied is misschien de bekendste, aangezien daar het zeer omstreden stikstofbeleid onder valt, waardoor veel boeren onterecht in grote problemen komen. Het artikel geeft aan dat van deze 22 nationale programma’s er zes zijn die zich richten op bodem en water, nog eens zes die zich richten op het realiseren van een infrastructuur voor “duurzame energie en een circulaire economie”, een ander zestal dat zich richt op “leefbare steden en regio’s”, alsmede een nationaal milieuprogramma, een natuurprogramma en een programma voor defensievastgoed.
Uiteindelijk zal alles worden vastgelegd in de Nota Ruimte.
In de op 3 oktober 2023 verschenen “Contourennotitie nieuwe nota ruimte” staan een aantal opvallende zaken. Zo staat de transitie naar “kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw” in het overzicht van gemaakte keuzes, terwijl deze transitie in de praktijk voor veel boeren onhaalbaar is. Zo stelt gespecialiseerde onderzoeksjournaliste Geesje Rotgers dat de markt voor biologische producten zeer beperkt is en dat als deze producten te duur worden, er gewoon goedkopere producten uit het buitenland worden geïmporteerd.
In het verlengde daarvan stelt Bart Kemp, oprichter van de boerenbelangengroep Agractie Nederland, dat Nederlandse boeren in feite worden weggesaneerd, omdat zij zich aan allerlei strenge regels moeten houden, waar buitenlandse boeren geen last van hebben.
Behalve de landbouwtransitie ligt ook de keuze voor een gigantische uitbreiding van natuurgebieden en natuurherstel vast in beleid, waardoor een groot deel van Nederland wordt omgevormd tot een ecologisch netwerk met nog maar weinig ruimte voor wonen en economische activiteiten. En dat in een tijd met een snel stijgende bevolking wat voor een groot deel wordt veroorzaakt door migratie.
Uit een quick scan van Wageningen Economic Research en bureau Sovon uit Nijmegen in opdracht van minister Van der Wal blijkt dat het in Nederland om 702.000 hectare extra natuur gaat, wat meer is dan de oppervlakte van de provincie Friesland. Als je daar de huidige natuurgebieden bij optelt zou circa 40% van Nederland moeten zijn ingericht als natuur. Dat is zelfs meer dan het percentage van maar liefst 30% dat internationaal is afgesproken. Minister Van der Wal zou de Tweede Kamer niet hebben ingelicht over deze quick scan.
De basis van het natuurbeleid is grofweg dat het slecht gaat met de biodiversiteit, maar er zijn een aantal opvallende zaken die deze stelling op drijfzand plaatsen:
- Bij het instellen van de Natura2000-gebieden tussen 2000 en 2004 had een inventarisatie moeten plaatsvinden, maar dat is niet gebeurd;
- Biodiversiteitsdata die de overheid bijhoudt, zou alleen beschikbaar zijn voor overheden en natuurorganisaties, terwijl laatstgenoemden aan tafel zitten bij de natuurdoelanalyses, waarvoor boerenorganisaties niet waren uitgenodigd.
Volgens Bart Kemp is Natura2000 een verdienmodel voor natuurorganisaties, omdat zij voor zwaardere doelstellingen (zoals stikstofarme, schrale natuur) meer vergoeding per hectare ontvangen. Hoe meer land zij verkrijgen, hoe meer inkomsten.
Als gekeken wordt naar de energietransitie dan ligt in beleid vast dat wordt ingezet op “grootschalige opwekking van energie op zee” en als alle geplande windparken op zee en de uitbreiding van Naturagebieden worden ingevuld op de landkaart, blijft er bijna geen ruimte over voor de visserij. Een belangrijke sector, niet alleen m.b.t. onze voedselvoorziening, maar ook voor haar sociaal-economische waarde. Maar in de Contourennotitie zou de visserijsector niet eens genoemd worden.
Op land heeft de energietransitie ook grote gevolgen. Niet alleen vanwege de aan te leggen wind- en zonneparken, maar ook vanwege de aan te leggen infrastructuur. Zo zou volgens de NOS 1 op de 3 stoepen moeten worden opengebroken. Het lijkt allemaal in beton gegoten, terwijl het electriciteitsnetwerk op omvallen staat, de energiekosten voor burgers en ondernemers steeds hoger worden en investeerders van windparken zich terugtrekken vanwege stijgende aanlegkosten.
Het genoemde artikel tekent verder op dat uit de Contourennotitie naar voren komt dat op alle gebieden ruimte wordt gereserveerd voor meer militaire activiteiten, waaronder voor de internationale krijgsmacht. Deze zal ook nadrukkelijker aanwezig zijn in de fysieke leefomgeving, aangezien op land, zee en in de lucht meer ruimte nodig zou zijn om te oefenen en voor de tijdelijke opslag en doorvoer van troepen en materieel van Navo-partners.
Een duidelijk beeld van hoeveel hectare de verschillende transities en de landelijke verbouwing gaat kosten en wiens land wordt herverdeeld, lijkt te ontbreken volgens het artikel. Daarnaast zou niet duidelijk zijn welk effect alle transities hebben op de voedselvoorziening, voedselzekerheid en economie.
Bovendien is het nog maar de vraag of de 24 miljard euro voor de landbouw- en natuurtransitie, alsmede de 35 miljard euro voor de energietransitie wel genoeg gaan zijn. Een duidelijke kostenraming ontbreekt namelijk.
Als gekeken wordt naar de uitvoering van de grote verbouwing, spelen provincies een belangrijke rol. Daarnaast zijn er zogenoemde ‘Novex’-gebieden, regio’s waar dermate grote transitieopgaven liggen, dat regie van het Rijk nodig is.
In oktober 2022 ontvingen alle provincies “startpakketten” met een “ruimtelijke puzzelopdracht” hoe de 22 nationale programma’s in de Novex-gebieden vorm moeten krijgen. Uit het artikel komt naar voren dat om alle opgaven te realiseren in de provincie Groningen, tweeënhalf keer de oppervlakte van de provincie nodig zou zijn.
Daarnaast zou de rol van Novex-regio’s onduidelijk zijn, omdat regio’s niet in de Nederlandse bestuursstructuur bestaan. Er zijn wel volksvertegenwoordigers actief in de regio’s, maar de democratische verantwoording ligt in de lagen op gemeentelijk, provinciaal en Rijksniveau. Bovendien is het overleg in de regio’s niet voor publiek toegankelijk, waardoor bv. lokale besluitvorming in gevaar kan komen.
Het rapport “Geef richting, maak ruimte” van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur uit november 2021 stelt:
“Door de groei in het aantal regionale samenwerkingsverbanden worden afwegingen over beleid steeds meer op een andere plek gemaakt dan binnen de gemeenteraad of Provinciale Staten, en dus zonder gedegen democratische legitimatie.”
En volgens het rapport blijken in de praktijk de regionale samenwerkingsverbanden te leiden tot “onwerkbare situaties en moeizame besluitvorming”. In het geval van de grote verbouwing komt daar nog bij dat gemeenten nauwelijks worden betrokken bij de besluitvorming en komen zij in de Contourennotitie niet voor.
De VNG stuurde dan ook een brief naar het kabinet op 24 augustus waarin zij stelt dat de stapeling van opgaven en structurerende keuzes ontmoedigend werkt wanneer zicht op samenhang en prioritering ontbreekt.
Hoewel in de Contourennotitie gesproken wordt over een ‘participatieplan’ heeft Geesje Rotgers daar weinig vertrouwen in, omdat in de praktijk boeren o.a. plotseling een brief op de deurmat vinden of ineens geconfronteerd worden met een kaart waarop staat wat de overheid met hun land wil doen.
De PVV maakt zich grote zorgen over de enorme verbouwing die gaande is, aangezien daar in verkiezingstijd nauwelijks aandacht voor is en de uitvoering dermate onoverzichtelijk, zodat gerust gesteld kan worden dat het merendeel van onze inwoners geen flauw idee heeft wat er gaande is, laat staan dat ze daar een mening over hebben. Een slechte zaak, aangezien de gevolgen voor hun levens en leefomgeving heel groot zullen zijn.
Ondergetekende wil dan ook graag onderstaande vragen aan het College stellen.
Vragen
1) Kunt u aangeven wanneer en op welke wijze onze burgers hebben kunnen stemmen over de gaande zijnde verbouwing van Nederland en onze provincie Zuid-Holland? Graag een gemotiveerd antwoord.
2) Deelt u de mening dat er in principe geen democratische legitimiteit is voor deze gaande zijnde verbouwing van Nederland en onze provincie Zuid-Holland? Graag een gemotiveerd antwoord.
3) Deelt u de mening dat draagvlak van onze burgers voor de gaande zijnde verbouwing van Nederland en onze provincie Zuid-Holland van essentieel belang is, aangezien het verstrekkende gevolgen gaat hebben voor hun levens en leefomgeving? Graag een gemotiveerd antwoord.
4) Deelt u de mening dat dit draagvlak alleen in kaart kan worden gebracht door referenda en grootschalige, onafhankelijke draagvlakonderzoeken? Graag een gemotiveerd antwoord.
5) Bent u bereid het Rijk op te roepen dat het verstandig is om de 22 nationale programma’s per direct in de ijskast te zetten, zodat eerst uitgebreide, onafhankelijke onderzoeken kunnen plaatsvinden naar:
- Een duidelijk beeld van hoeveel hectare de verschillende transities en de landelijke verbouwing gaan kosten en wiens land wordt herverdeeld;
- De effecten van alle transities op de voedselvoorziening, voedselzekerheid, woningcrisis, energievoorziening en economie;
- Een duidelijke kostenraming, aangezien het o.a. nog maar de vraag is of de 24 miljard euro voor de landbouw- en natuurtransitie, alsmede de 35 miljard euro voor de energietransitie genoeg gaan zijn;
- De democratische legitimiteit van deze grote verbouwing, alsmede hoe deze sterk te verbeteren door bv. de inzet van referenda.
6) Deelt u de mening dat het volstrekt irrationeel is om in een tijd van o.a. economische onzekerheden en een grote bevolkingsgroei, mee te werken aan beleid dat niet alleen ongelooflijk veel belastinggeld kost, maar ook gaat resulteren in een Nederland wat voor 40% is ingericht als natuur met alle sociaal-economische gevolgen van dien? Graag een gemotiveerd antwoord.
7) Deelt u de mening dat biodiversiteitsdata die de overheid bijhoudt, niet alleen altijd beschikbaar moet zijn voor overheden en natuurorganisaties, maar ook voor burgers en onderzoekers? Zo ja, wat bent u bereid te ondernemen om dat te bewerkstelligen? Graag een gemotiveerd antwoord.
8) Deelt u de mening dat de (Zuid-Hollandse) visserijsector door de energietransitie op zee en het natuurbeleid volledig gesloopt wordt met alle gevolgen van dien? Zo ja, wat bent u bereid te ondernemen om de teloorgang van deze prachtige en waardevolle sector tegen te gaan & zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
9) Deelt u de mening dat het volstrekt onnavolgbaar is dat in de genoemde Contourennotitie onvoldoende aandacht is voor de visserijsector, kijkende naar haar sociaal-economische waarde en rol inzake de voedselvoorziening? Zo ja, wat bent u bereid te ondernemen om dit kenbaar te maken? Graag een gemotiveerd antwoord.
10) Deelt u de mening dat de transitie naar “kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw”, zonder onze samenleving op te zadelen met gigantische kosten met alle gevolgen van dien, gewoon onhaalbaar is voor veel boeren en volstrekt irrationeel, kijkende naar o.a. de snel stijgende bevolking en de grote sociaal-economische waarde van onze agrarische sector? Graag een gemotiveerd antwoord.
11) Deelt u de mening dat als steeds meer goedkopere landbouwproducten uit het buitenland moeten worden geïmporteerd, omdat onze agrarische sector in grote problemen komt door irrationeel strenge regels, dat haaks staat op onderdelen van het gevoerde duurzaamheidsbeleid van het Rijk en de provincie? Graag een gemotiveerd antwoord.
12) Deelt u de mening, kijkende naar het genoemde voorbeeld van de provincie Groningen, dat het voldoen aan alle 22 programma’s fysiek volstrekt onhaalbaar is? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
13) Deelt u de mening dat er zo snel mogelijk een uitgebreid en onafhankelijk onderzoek moet komen naar de rol van en inkomstenontwikkeling bij natuurorganisaties inzake de gaande zijnde transities? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
14) Deelt u de mening, kijkende naar o.a. het electriciteitsnetwerk dat op omvallen staat, de stijgende energiekosten voor burgers en ondernemers, het feit dat 1 op de 3 stoepen moet worden opengebroken en het feit dat investeerders zich uit windprojecten terugtrekken vanwege stijgende aanlegkosten, dat de huidige invulling van de energietransitie gaat uitdraaien op een collosale sociaal-economische ramp voor ons land en onze provincie?
Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
15) Deelt u de mening dat de rol van Novex-regio’s, kijkende naar de Nederlandse bestuursstructuur, niet alleen onduidelijk is, maar ook bv. de lokale besluitvorming in gevaar kan brengen? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
16) Kunt u aangeven aan welke regionale samenwerkingsverbanden de provincie Zuid-Holland meedoet? Graag een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details.
17) Deelt u de mening, kijkende naar het rapport “Geef richting, maak ruimte” van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur uit november 2021, dat door de groei in het aantal regionale samenwerkingsverbanden afwegingen over beleid steeds meer op een andere plek worden gemaakt dan binnen de gemeenteraad of Provinciale Staten, en dus zonder gedegen democratische legitimatie? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
18) Deelt u de mening dat gemeenten inzake de grote verbouwing nauwelijks worden betrokken bij de besluitvorming en dat dit een slechte zaak is met betrekking tot lokaal draagvlak? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
19) Deelt u de mening dat gemeenten een veel grotere rol zouden moeten hebben in de Contourennotitie, kijkende naar het belang van lokaal draagvlak? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
20) Deelt u de mening van de VNG dat de stapeling van opgaven en structurerende keuzes ontmoedigend werkt wanneer zicht op samenhang en prioritering ontbreekt? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.
J.H. de Vree (PVV Zuid-Holland)
BRON
(*) “De grote verbouwing van Nederland” (De Andere Krant, 11-11-2023)