Spreektekst Duinpolderweg (PS-vergadering 19-9-2018)

Voorzitter, we spreken vandaag over het aanleggen van een verbindingswegsweg door het cultuurhistorische hart van de Bollenstreek. Bij sommigen ook bekend als de Duinpolderweg. Een weg die een oplossing is voor een probleem, dat nog gecreëerd moet worden.

Dit College heeft het weer voor elkaar gekregen, dat de PVV tegen een infrastructuur project gaat stemmen.

Voorzitter en dat komt niet omdat toch al wij per definitie tegen asfalt zijn. Sterker nog, als er vandaag een deugdelijke onderbouwing van nut en noodzaak ter bespreking voor had gelegen, had de Gedeputeerde in de PVV één van trouwste partners getroffen. Ik verwijs maar naar een dossier als de RijnlandRoute.

De afgelopen jaren hebben zich gekenmerkt door wonderlijke gangen van zaken en kronkelwegen. Hiervoor is niet alleen het College van Zuid-Holland verantwoordelijk, onze noorderburen hebben wat dat betreft een eveneens bedenkelijke rol op zich genomen.

Voorzitter, ik zal u een aantal van de redenen opgeven, die mijn fractie er van hebben overtuigd om tegen dit voorstel van het College te gaan stemmen.
In januari 2015 kwam de commissie V&M tot de vaststelling, dat er voor een weg zoals beoogd geen meerderheid was. Nut en noodzaak waren niet aangetoond.

Je zou dan concluderen: Einde verhaal, maar niets is minder waar. Een tussenfase werd ingesteld. Het nieuwe College trad aan en er werd een verkenner (de heer Lokker)
ingeschakeld om te onderzoeken wat er leefde bij alle betrokken partijen en hiervan een analyse te maken met aanbevelingen voor inrichting van het verdere besluitvormingsproces. 

De heer Lokker concludeerde uiteindelijk, dat slechts een minderheid van de ondervraagde partijen overtuigd was van nut, noodzaak en
urgentie van de aanleg van een geheel nieuwe verbindingsweg als oplossing voor de bestaande lokale verkeersproblemen. De heer Lokker adviseerde o.a. de installatie van een brede adviesgroep met daar in alle belanghebbenden. Die adviesgroep kwam er, overigens zonder inbreng van PS.

Met alle andere aanbevelingen van de heer Lokker is niets gedaan. De adviesgroep kwam uiteindelijk met een voorstel van zeven varianten voor de beoogde weg, waarvan er in ieder geval 3 direct al afvielen (buiten het oorspronkelijke plangebied). Die waren alleen maar meegenomen uit coulance voor de indieners. Maar de zogenaamde 0 variant kon niet meegenomen worden.

De gezamenlijke vergaderingen van de desbetreffende Statenleden van Noord en Zuid-Holland, die over dit onderwerp georganiseerd werden, blonken niet uit door daadkracht. Dat kon ook niet anders, want in Noord-Holland lag het mandaat al bij de Gedeputeerde.

Ook het dreigen met het tegenwerken van de geplande HOV-verbinding tussen Noordwijk en Schiphol als drukmiddel voor Zuid-Hollandse steun aan dit project is niet bepaald chique te noemen. De zeven varianten gingen door de MER- procedure, die door de PAL als niet juist werd gekenschetst, en er kwam een voorlopige voorkeursvariant uit: de Zuidelijke variant. Tot er in juni 2018 een oekaze kwam van de Gedeputeerde, dat men toch van mening was veranderd: het werd de midden-variant.

Voorzitter, dit is in heel korte trekken wat ik al diverse malen in de commissie V&M heb betoogd. Wij zijn zeker niet tegen verbetering van de infrastructuur, maar niet op deze manier. Het staat voor de PVV in ieder geval niet vast, dat de gekozen oplossing (een verbindingsweg tussen de N-206 en de A-4), de zogenaamde middenvariant met
rondwegen bij Lisse en Zwaanshoek, zal leiden tot een verbetering van de verkeerssituatie in de betrokken Zuid-Hollandse gemeenten.

Voorzitter, ik wilde graag nog enige vragen aan de geachte Gedeputeerde stellen.

1. Hoe kan het toch zijn, dat een College , dat duurzaamheid en milieu zo hoog in het vaandel heeft, in dit geval niet kiest voor de milieuvriendelijkste variant NOG Beter 2.0;

2. Wanneer is de omslag gekomen van een breed gedragen meerderheid naar de meerderheid van de betrokken gemeentebesturen; Dit is toch iets heel anders dan de heer Lokker adviseerde?

3. De beoogde ruimtelijke reservering heeft afgezien van het feit, dat hij misschien juridisch niet uitvoerbaar is, ook nog wel andere nadelen. Als voorbeeld wil ik u geven de ruimtelijke reservering in de gemeente Ridderkerk in 2011 t.b.v. de te realiseren Ridderkerklijn. Dat project is niet doorgegaan, maar nu lukt het de gemeente Ridderkerk niet om de reservering terug te draaien. De provincie is tegen. U legt volgens ons bij zo'n reservering wel een zware hypotheek op dit gebied?

4. Hoe groot acht u de kans, dat er gevolg van de aanleg van deze weg een “Bollestad” zal ontstaan, die u hiermede faciliteert.

Dank u voorzitter.