Spreektekst Afronding asbestbrand Wateringen (PS-vergadering 12-10-2016)

Voorzitter, de afgelopen anderhalf jaar heb ik mij redelijk intensief beziggehouden met het asbestgebeuren in Watering. Als je met de verschillende partijen praat, dan lijkt het alsof je in de wereld van Kafka terechtkomt.

Het lijken twee verschillende werelden. Ik heb een ontmoeting gehad met de burgemeester en de secretaris. Zij vertellen een heel ander verhaal. Als je het COT-rapport leest, dan krijg je weer een heel ander verhaal dan wanneer je met de bewoners praat. Ik heb niet alleen met het comité gepraat. Ik heb met heel veel bewoners gepraat.

De conclusie is: er zijn twee totaal verschillende werelden. De ene wereld zegt: oh, we hebben het niet onaardig gedaan. En de andere wereld zit vol bitterheid en verwijten naar de politiek. Daarom staan wij hier vandaag en daarom wil ik straks een motie indienen. Maar daarvoor wil ik een paar gotspes opnoemen.

Gotspe nummer 1. En dat is in de eerste plaats als je gaat denken vanuit het perspectief vanuit de gewone burger. Op 29 januari 2015 kregen alle burgers een mooie brief van de burgemeester. Maak je geen zorgen, de kosten voor de hele sanering betalen wij. Als u mij niet gelooft, wil ik het oplezen. Ik kom met feiten. Wat gebeurt er? Anderhalf jaar later, mijnheer de voorzitter, worden mensen gedwongen onder bestuursdwang hun huizen, hun percelen, te saneren. Wat is er gebeurd?

Gotspe nummer 2. Na 14 april werd het hele gebied asbestveilig verklaard door een bedrijf genaamd Search BV. Dit bedrijf is door DCMR naar voren gebracht om het gebied al dan niet asbestveilig te verklaren in april 2014. Men heeft dit gebied asbestveilig verklaard. Van de 210 huishoudens, mijnheer de voorzitter, zijn er 126 waar nog asbest op het perceel is geconstateerd en die hebben een petitie gestuurd naar de gemeente. Geen enkele reactie. Gotspe? Nee, een schande.

Later kregen zij te horen dat zij zelf voor de sanering moesten betalen. Mijnheer de voorzitter, vanuit het perspectief van die burgers kan ik mij voorstellen dat zij niet al te positief zijn over de politiek.

Op 21 september hadden wij een vergadering van de commissie Verkeer en Milieu. Drie dames hebben daar ingesproken over het leed dat zij hebben gehad van het asbestgebeuren. Heel veel menselijk leed. Een vrouw is gescheiden van haar man. Ellende. Een andere vrouw zei: “Wat moesten wij doen? Wij kregen advies van de GGD en van DCMR. Wij mochten asbest met onze handjes oprapen.” Dat mag. Raar. De Gezondheidsraad komt en zegt dat het niet mag. Overheidsinstanties; twee zeggen ja en drie nee. “Wat moesten wij doen?”, zei die mevrouw.

Mijnheer de voorzitter, een puinhoop. Dat is mijn conclusie. Daarom dien ik een motie in, waarvoor ik een hoofdelijke stemming vraag. Laten wij nu eens daadkrachtig zijn en niet praten maar doen.

Dank u voorzitter.